Een belangrijke reden voor mensen om een hond te nemen, is het verzorgende aspect. We vinden het fijn als we een hond te eten kunnen geven, hem kunnen knuffelen, borstelen en aaien, we met hem uit kunnen gaan en we vinden het fijn als we zien dat hij plezier heeft in zijn leven. Wat we daarbij soms over het hoofd zien, is het feit dat we de invulling van zijn geluk vaak wat te menselijk bekijken.
Huisregels voor een hond. Natuurlijk moeten er huisregels gemaakt worden die door alle leden van de roedel – dus ook de hond – goed worden nageleefd. De afspraken worden al gemaakt voordat de hond in huis is. Iedereen heeft hierbij inspraak gehad, behalve… de hond! Voorbeelden van huisregels zijn dat de hond niet mee mag naar de slaapkamer en niet mag bedelen. Soms moet de hond af en toe een paar uur alleen zijn. Daarbij is het dan uitermate vervelend als hij de boel zou slopen. Dus spreken we af dat we dit moeten voorkomen. Verder mag de hond van alles en kijkt iedereen uit naar de komst van de nieuwe huisgenoot.
Voorkom slechte gewoontes. Dit zou betekenen dat we de hond meteen moeten afleren om te bedelen en hem absoluut niet mogen leren dat hij in de slaapkamer kan komen. Verder moeten we reuze alert zijn op sloopgedrag. We beginnen dan nu al met het afleren van dat gedrag. We moeten ons hierbij wel realiseren dat gedrag pas afgeleerd kan worden als het eerst is aangeleerd. En dat is een heel andere invalshoek. We moeten proberen om de hond het foutieve gedrag helemaal niet aan te leren, want dan valt er ook niets af te leren We zouden het onszelf en de hond hiermee een heel stuk gemakkelijker maken. Het is wel belangrijk dat we zoveel mogelijk uitgaan van de leerprincipes en leermogelijkheden van de hond en hem niet te veel “vermenselijken”.
Alleen zijn en slopen. Heel veel mensen die problemen hebben met een hond die niet alleen kan blijven doen van alles om dit probleemgedrag hanteerbaar te maken: harde correcties als hij gesloopt heeft, stroomstoten tegen het blaffen, ineens de radio keihard aanzetten als hij piept zodat de hond zich te pletter schrikt, muilkorven tegen het slopen: men verzint van alles! De hond moet het gedrag immers afleren.
Baby in de box – Hond in de bench. Een bench of een kamerkennel vindt men op voorhand echter zielig. “Zo’n hummel achter tralies, alsof hij gevangen zit”. En ondertussen wordt de baby in de box gezet… Een bench is niet zielig. Pups zoeken hun veiligheid in de werpkist, ze kruipen in hele kleine doosjes om bescherming te zoeken en gaan graag onder benen met hun rug tegen het bankstel aan liggen. Een bench is een prima vervanging voor het veilige nest en als we de pup dit leren op een heel plezierige manier, dan hebben we daar jarenlang plezier van. Wij en de hond. We hoeven dan helemaal geen drastische maatregelen te nemen. We voorkomen problemen en geven de hond een veilige plek.
Benchtraining. De bench moeten we natuurlijk wel op een voor de hond plezierige manier gebruiken. Bijvoorbeeld met zijn eten. Pups hebben geleerd om naar een bepaalde plek te lopen waar ze van de fokker altijd hun eten kregen. De fokker hoefde alleen maar te roepen of een geluid te maken met de metalen voerbakjes of ze wisten precies waar ze heen moesten. Daar kunnen wij ook in huis uitstekend gebruik van maken. Geef hem zijn eten in de bench. De eerste paar keren kan de deur gewoon open blijven, hij zal in de bench blijven om zijn voer op te eten. Na een paar keer kunt u het deurtje ook eens dicht doen en eventjes weggaan. Als u nu terugkomt voor hij zijn eten opheeft en u het deurtje weer opent, leert hij dat u steeds het deurtje weer open maakt. Dit kunt u ook doen met een lekker kluifje. Geef hem dit in zijn bench, sluit het deurtje, ga zelf eventjes weg en kom snel weer terug en open het deurtje.
Breng hem ook ieder keer als hij gaat slapen naar de bench. Kriebel hem in slaap of geef hem nog wat lekkers. Als hij al moe was, gebruikt hij nog wat energie om het kluifje op te eten om dan vaak vanzelf in slaap te vallen. Als hij wakker wordt en eventjes wat verbaasd om zich heen kijkt, loopt u vriendelijk sprekend naar de bench en laat hem eruit. De tijd dat u nu wacht voordat u hem eruit laat, kunt u langzaam opvoeren. Niet ineens met een paar minuten, maar met een paar seconden. Als u er maar voor zorgt dat u het deurtje open doet voordat hij begint te zeuren. Anders leert hij weer dat zeuren kan werken. Dat moet u dus voorkomen.
Bench mee naar boven. De bench kunt u de eerste nachten ook prima meenemen naar de slaapkamer. Hiermee went u de pup niet om te slapen in de slaapkamer; maar juist dat hij moet slapen in de bench. Als hij dit eenmaal allemaal door heeft, wil hij alleen maar mee naar de slaapkamer als de bench er staat! Anders blijft hij liever beneden. Zeker als u ook beneden de benchtraining doet. Het kost een paar nachten, maar dat is altijd veel beter voor de baas en de hond dan de hond doodongelukkig opsluiten in de keuken met een borstel, een wekker en een warme kruik omdat dat zo op zijn moeder zou lijken. Daar stinkt geen pup in.
Bench geeft gevoel van veiligheid. De bench kunt u natuurlijk ook overal mee naar toenemen zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over wat er allemaal mis zou kunnen gaan. Tijdens een gezellig weekendje bij vrienden heeft hij zijn eigen plek. Op vakantie in een huisje kunt u gerust uit eten zonder dat u zich zorgen hoeft te maken dat de hond het interieur sloopt of de boel bij elkaar blaft. Sommige hotels accepteren wel honden als u kunt aantonen dat uw hond in een bench slaapt. Pups zetten hun tanden – zeker tijdens het wisselen – overal in. Als u geen toezicht kunt houden, is de bench een veilige plek omdat uw pup dan niet aan de stroomdraden kan vreten, of zijn tanden in de poten van het bankstel kan zetten. Kortom: een bench is een verplaatsbaar nest waarin de hond zich prima voelt.
Volwassen honden. Ook voor een volwassen hond is een bench een uitkomst. Het kan voorkomen dat uw hond een periode rustig aan moet doen: na een operatie, bijvoorbeeld. Als de hond aan een bench is gewend, komt dit het genezingsproces ten goede omdat de hond dan ongestoord slaapt en niet steeds opspringt, bijvoorbeeld als er gebeld wordt. Het is dus heel plezierig als een hond zonder problemen in een kamerkenneltje slaapt.
Als hij niet aan een kamerkenneltje gewend is, moet u ervoor zorgen dat de bench alsnog een hele fijne en plezierige plek wordt. Zet de bench in de kamer met het deurtje open en gooi er wat lekkers in. Verder niks. Ga niet proberen de hond te lokken of hem erin te duwen. Hij weet dat daar wat lekkers ligt. Laat hem nu zijn gang gaan en hij zal dat lekkers er ongetwijfeld uithalen. Perfect. Gooi er opnieuw wat lekkers in. Na een paar keer zal de hond al bij de ingang van de bench zitten wachten als u weer wat lekkers hebt opgepakt. Hij gaat er direct in als u lekkers erin wilt gooien.
Vanaf dat moment geeft u de hond zijn eten in de bench en kunt u, net zoals bij de pup, aan de gang gaan. Bouw het heel rustig op en laat de hond geen vervelende ervaring opdoen met de bench. Stop de hond er dus niet te snel uren achter elkaar in. Na een paar dagen zal de hond dan al uit zichzelf naar de bench gaan om te slapen. Nu mag u hem er ook af en toe in sturen. Niet boos maar met een lekkere beloning achter de hand. De bench mag nooit, echt nooit, gebruikt worden als straf! Een bench is een ideaal nest voor honden: het is absoluut niet zielig als je de hond er maar op een plezierige wijze aan went.