Wat is Agility?

Kort gezegd is agility een sport voor hond en eigenaar (handler) baas. Het is de bedoeling dat de hond een parcours bestaande uit verschillende hindernissen in een voorgeschreven volgorde foutloos en zo snel mogelijk aflegt.

Hoe is de agility onstaan:​

Eind jaren zeventig was er een pauzenummer tijdens de CRUFTS (Europa’s grootste hondententoonstelling) in Engeland. De oefeningen van het pauzenummer waren geïnspireerd op de paardensport. 
Er waren  Nederlanders die dit zagen en hier in Nederland mee aan de slag gingen. Sinds begin jaren tachtig wordt er ook agility gegeven bij de KCD. 

Agility is zeer zeker een pleziersport voor hond en baas. Het komt tegemoet aan de aard, natuurlijke wil tot bewegen en gedrag van de hond.

De hond maar ook de handler moet zich lichamelijk inspannen  Zo wordt er gezamenlijk gewerkt aan de conditie van de hond. Opdrachten moeten zelfstandig worden uitgevoerd waardoor de hond zelfbewuster wordt. 

Succes geeft de hond zelfvertrouwen. 
De hond en de handler werken nauw samen, hierdoor wordt de onderlinge band verstevigd. De onderlinge contacten bij trainingen (en misschien later bij wedstrijden) bevorderen het sociale gedrag van de hond en maken de hond dus prettiger in de omgang.

Agility bij de KCD

Agility (of behendigheid) is een zeer populaire en attractieve hondensport, waarbij een hond zo snel mogelijk met zo min mogelijk fouten een hindernisparcours aflegt. De hond doet dit op aanwijzingen van de baas, de handler genaamd. Agility is een leuke, speelse manier om actief met je hond bezig te zijn. Het is afwisselend, omdat je steeds weer andere oefeningen met je maatje doet. En het is spectaculair, omdat veel om snelheid draait. Maar de belangrijkste reden om Agility te beoefenen is toch wel dat je echt een team vormt met je hond. Je moet elkaar aanvoelen, weten waar je hond jouw aanwijzingen nodig heeft en waar hij het zelf op kan lossen. Gaat de hond in de fout op een parcours, dan is dat (meestal) een fout van de handler: een slordig handgebaar, onduidelijke lichaamstaal, of een te laat gegeven commando. 

Alle cursussen bestaan uit 12 lessen van 60 min. Daar komen nog 15 minuten bij voor het op en afbouwen.

Beginners:

Het doel van de beginnerscursus Agility is in de basis het aanleren van de verschillende soorten toestellen. Dit zijn diverse soorten sprongen (hoogte-, breedte-, muur), tunnels (recht of in een bocht), raakvlaktoestellen zoals bijvoorbeeld de wip en de schutting, de slalom (12 paaltjes op een rij), de band en de tafel. Verschillende combinaties van toestellen met ruime afstand daartussen die in een bepaalde volgorde moeten worden afgewerkt, noemen we een parcours. Het parcours kan elke les anders zijn. Aan het eind van de cursus ben je in staat om samen met je hond een eenvoudig parcours te lopen.

De beginnerscursus bestaat uit 12 lessen en een examen. Tijdens het examen toetst de examinator of je hond, op jouw aangeven, alle toestellen vlot neemt, of je de bijbehorende commando’s kent en de juiste timing van de commando’s. Daarnaast is het gedrag van je hond in het parcours een belangrijk examenonderdeel. Tijdens het examen gaat het er dus niet om zo snel mogelijk een foutloos parcours af te leggen.

Gevorderden:

Dit is het vervolg op de beginnersgroep. Tijdens deze lessen worden er meer toestellen achter elkaar genomen en wordt er ook meer op de positie van de handler gelet.

Het is ook de bedoeling dat de hindernissen op de ‘goede’ hoogte komen te staan. Tijdens deze cursus leert de handler ook iets moeilijker parcoursen te lopen. Aan het einde van de gevorderdengroep is er geen examen.

Gevorderden 1:

Dit is weer het vervolg op de gevorderden. Er wordt steeds meer nadruk gelegd op de positie van de handlere en de parcoursen worden nog wat moeilijker. Tevens wordt er getraind op een parcours verkennen, de lastige punten goed inschatten en de juiste handlingmethode kiezen die het beste past bij jouw hond.

Gevorderden 2:

Hier wordt nog meer gewerkt aan het ‘perfecte’ snelle rondje. 
De meeste mensen in deze groep trainen wel fanatiek, maar willen geen wedstrijden lopen.

Wedstrijdgroep:

Het spreekt voor zich, hierin trainen de wedstrijdlopers. 
Deze groep wordt soms samengevoegd met de Gevorderden 2.

Is mijn hond geschikt?

In principe kan elke gezonde, normaal gebouwde hond meedoen aan de agilitytraining. Rashond of niet, het maakt niet uit. Plezier staat voorop. Voorwaarde is wel dat de hond volgroeid is. Dit vanwege de belasting van de gewrichten. 

Natuurlijk worden de trainingen op een verantwoorde wijze opgebouwd. Tevens moet de hond onder appel staan en niet agressief zijn. 
De KCD traint volgens het Raad van Beheer reglement. Dat wil zeggen dat wij als richtlijnen de regels van Raad van Beheer hanteren. Zo ook de hoogtes die de honden moeten springen. 

We kennen Small honden; tot 35 cm schofthoogte, Medium-honden; met een schofthoogte tussen de 35 en 43 cm; de Intermediate-honden met een schofthoogte tussen de 35 en 49 cm en  Large-honden; met een schofthoogte van >49 cm. 
Als Raad van Beheer haar regels aanpast, dan volgen wij die.

Ben ik geschikt?

Niet alleen de hond moet ‘werk’ verrichten, ook de handler moet aan het ‘werk’. 
Samen met de andere cursisten en de instructeur moeten de  toestellen  worden neergezet en/of weer worden afgebroken. 
De handler  moet redelijk sportief zijn en de hond in looppas kunnen begeleiden. Ook heeft de handler geduld nodig. 

Agility is een individuele sport, men moet wachten op elkaar. 
Het kost tijd en soms doorzettingsvermogen om de hond de toestellen aan te leren. Blijf positief en prijs de hond voor elke vooruitgang (hoe klein ook).

Wanneer kan er niet worden getraind?

Bij Agility heeft het weer invloed op de momenten dat we kunnen trainen. 

Zomeravonden waarop de temperatuur rond 19 uur nog zo’n 23 graden of hoger is, zijn eigenlijk al te warm om te trainen. Ze lopen dan het risico om door de hitte bevangen te raken en dat willen we uiteraard beslist voorkomen. De beginnersgroepen kunnen dan meestal nog wel trainen, want dat gaat over het algemeen nog niet zo intensief.  

Voor de wedstrijdgroepen vervalt dan helaas de training, of soms biedt een uurtje later trainen al voldoende afkoeling. Door de steeds meer voorkomende droogte hebben we ook een nieuwe uitdaging. Het veld wordt op een gegeven moment zo droog, dat het gras kan veranderen in stro. Gevolg is dat natuurlijke veerkracht minder wordt  en uitgedroogde stoppels voor venijnige stekels in de hondenpootjes kunnen zorgen Zeer blessuregevoelige condities dus. 

Ook bij onweersdreiging kan er vanzelfsprekend niet getraind worden. Dat geldt natuurlijk niet alleen  
voor de Agility lessen, maar voor alle buitenactiviteiten. 

In de herfst is er altijd een kans op dagen met zware en langdurige regenval. Een beetje regenval is natuurlijk geen probleem, maar wanneer het hele veld verandert in een glibberige modderpoel, wordt het risico op 
glijpartijen(en blessures bij handler en hond te groot. Ook hier geldt weer dat hetrisico bij de wedstrijdgroepen groter is dan bij de beginners.

Ontwerp zonder titel(6)

En de winter? Dat er met sneeuw op het veld geen Agility training is, lijkt ons duidelijk. Maar ook langdurige, droge vorst kan een spelbreker zijn. Ook dan is de natuurlijke veerkracht van het veld verdwenen, en is de kans op blessures te groot. 

Gelukkig zijn bovengenoemde omstandigheden allemaal uitzonderingen en kunnen we meestal gewoon lekker onze rondjes op het parcours lopen. Uiteraard proberen we zoveel mogelijk te voorkomen dat lessen niet doorgaan. Soms lukt dat met wat kleine aanpassingen; zoals bijvoorbeeld later beginnen, of juist eerder afhankelijk van de omstandigheden. Daarnaast zal de instructeur ook altijd zijn/haar best doen om uitgevallen lessen op een later tijdstip in te halen, voor zover het jaarprogramma dat toelaat.

Andere cursussen