De jachthond is al generaties lang geselecteerd op zijn vermogen om de jager te assisteren bij het opsporen en verzamelen van wilde dieren.
De laatste honderd jaar wordt de jachthond ook als sporthond gebruikt.
Velen hebben er veel plezier in om met de jachthond trainingen te volgen en vervolgens de vaardigheden te testen in een proef of wedstrijd.
Een jachthond is in zijn natuurlijke element als hij aan het “werk” is. Hij is er immers voor geschapen, met dat doel gefokt.
Omdat we niet allemaal echte jagers zijn maar toch onze jachthond zoveel als mogelijk willen laten gebruik maken van zijn natuurlijke talenten, is de “jachthonden dummy-training” ontwikkeld.
Er wordt gebruik gemaakt van de proeven welke door de Koninklijke Nederlandse Jagers Vereniging (KNJV) bedacht zijn.
Dat zijn standaard proeven welke goed zijn aan te leren, uit te voeren en te meten.
Alleen doen wij dat niet met echt of namaak wild maar met dummy’s.
We doen dit op drie verschillende niveaus, namelijk:
Beginners:
Hond en geleider worden getraind op het C-programma van de KNJV. Er wordt getraind op het aangelijnd en los volgen maar ook het uitsturen en terugkomen op bevel. Het apporteren van de dummy is een belangrijk trainingsonderdeel van dit niveau en hond en geleider zullen hier veel plezier aan beleven. De beginnersgroep traint op het (afgesloten) veld van de KCD. De instructeur zal middels een aantal proeven bepalen of de hond kan doorstromen naar het C-niveau (training op locatie).
C:
een scala aan vaardigheden waarbij het plezier voorop staat. Er wordt getraind volgens het C-programma van de KNJV. Het is tevens het einddoel om aan deze norm te voldoen.
B:
Veel plezier voor hond en geleider. Allerlei oefeningen. Het C-programma wordt uitgebreid met een drietal proeven. Op het C- en B-niveau zal er regelmatig van trainingslocatie worden gewisseld zodat de honden onder verschillende omstandigheden kunnen werken. Wel volgen we het normale clubritme met betrekking tot de seizoenen. Omdat daglicht vereist is, trainen we op zaterdagochtend.
De hond moet kunnen omgaan met een sociale setting van meerdere honden en mensen.
Aangelijnd en los volgen
Uitsturen en komen op bevel
Het houden van de aangewezen plaats
Kort apport te land
Apport uit water
Apport over water
Markeerapport
Verloren apport
Bij jachthondentraining geniet de jachtlijn de voorkeur boven alle andere riemen, touwen en kettingen om de hond aan vast te houden. De jachtlijn is een eenvoudig koord met daarin een lus.
De lus kan gemakkelijk en snel om de kop van de hond worden geschoven en er net zo gemakkelijk weer van worden afgehaald.
We trainen NOOIT met een halsband, want dat kan levensgevaarlijk zijn. Regelmatig moet de hond door dichte dekking en de kans dat de hond dan met de halsband achter een tak blijft hangen en daardoor gewurgd wordt, is groot.
Om de hond gemakkelijk naar een bepaald punt te sturen, gebruiken we markeerpaaltjes of pionnen. Deze zijn goed zichtbaar in het veld en de hond heeft er veel houvast aan. Het gebruik ervan wordt uiteindelijk langzaam afgebouwd. Uiteraard brengt u deze niet zelf mee.
Tijdens de reguliere jacht wordt er geschoten. Het is niet toegestaan in de wet bij trainingen een jachtgeweer te gebruiken om de hond schotvastheid bij te brengen. Alarmpistolen kunnen dit nabootsen en zijn vrij van vergunning. De instructeur hanteert het alarmpistool en zal hier in overleg met de geleiders een enkele keer hier gebruik van maken. We houden rekening met honden die angstig hiervoor zijn.
Dummy’s dienen als nabootsing van het wild dat tijdens de jacht is geschoten. Ze zijn er in verschillende maten en kleuren en altijd voorzien van een (wegwerp)koord. Tijdens de training gebruiken we veelal de “traditionele” canvas dummy. Aangeraden wordt er tenminste twee te hebben. Aan de onderzijde gemarkeerd ter herkenning van de eigenaar en bij voorkeur in de kleur groen. Een schoudertas om de dummy’s (lees “het wild”) in op te bergen wordt aanbevolen. Laat jouw hond nooit zonder toezicht bij de dummy en laat hem er niet op kauwen of mee spelen.
Omdat de hond veelal op afstand te werk zal gaan is het gesproken commando niet effectief. In dat geval kan beter met de fluit worden gewerkt. Dat moet echter wel aangeleerd worden. Dat gebeurt dan ook op korte afstand en zelfs als de hond nog aangelijnd is. Naast een geschikte jachtlijn en twee dummy’s moet je dus ook een hondenfluit aanschaffen.
Internationaal wordt momenteel een fluit met slechts 1 toon gebruikt. Dat is dan wel op erg hoog niveau terwijl niet is voorgeschreven welke fluit gebruikt moet worden. Aangeraden wordt toch een fluit te nemen met twee tonen. Een hoge toon en een lage toon (rol) .
